Be Quick’28 vecht bij de KNVB de uitslag van een promotieduel van de vrouwen aan. Tegenstander Jong Sparta speelde volgens de club met veel spelers uit het eerste, dat in de eerste divisie uitkomt. De Zwollenaren eisen onderzoek door de bond.
Door: Pieter Steenbergen 25-06-25
Be Quick-speelster Rosalie Brink had het direct in de gaten toen ze op 7 juni op neutraal terrein aantrad voor de promotiewedstrijd tegen Jong Sparta. Daar stond een heel ander team dan waar de Zwolsen eerder in de competitie tegen speelden en met grote cijfers van wonnen. „Dan denk je wel even: shitzooi. Maar ik werd er zelf vooral strijdlustiger van.”
Al snel wordt Be Quick duidelijk dat Jong Sparta veel spelers uit het eerste heeft ingeschakeld om promotie naar de topklasse af te dwingen. Brink: „Er deed een speelster mee die 19 competitieduels voor het eerste elftal uitkwam en maar 1 met Jong Sparta. En zij bleek ook nog international.”
Omdat de wedstrijd met 3-1 werd verloren, maakt de club er werk van. Want dit riekt naar competitievervalsing. Zijn deze voetbalsters wel speelgerechtigd?
Daarover heeft Be Quick ernstige twijfels op basis van eigen onderzoek, waaruit blijkt dat het aan alle kanten schuurt. Tenminste zes spelers zouden afgelopen seizoen meer wedstrijden in het eerste dan in Jong Sparta hebben gespeeld.
Klein beetje hoop
De club neemt de zaak hoog op en verzoekt de KNVB onderzoek te doen. Het vrouwenteam koestert nog een beetje hoop dat de bond beide ploegen wil laten promoveren, aangezien overspelen in dit stadium geen optie meer is. Als dat niet lukt, resteert duidelijkheid in het algemeen belang, om herhaling te voorkomen.
Kern van de zaak: welke regels zijn (met betrekking tot dispensatie) van toepassing als een profclub tegen een amateurvereniging speelt. Die van de profs of de amateurs? In de wetenschap dat Jong Sparta in een amateurcompetitie speelt, namelijk de hoofdklasse, waarin Be Quick liefst 12 punten hoger eindigde dan de Rotterdammers.
Niets onoorbaars
De bond laat Be Quick in een eerste reactie weten dat er niets onoorbaars heeft plaatsgevonden. De competitieplanner betaald voetbal laat weten dat er geen zogeheten vastspeelregeling geldt bij wedstrijden tussen betaald voetbal en amateurvoetbal. Wel tussen profclubs onderling en amateurclubs onderling.
Daar neemt het bestuur geen genoegen mee. Een hiaat in de regelgeving dupeert de club en dat kan niet de bedoeling zijn, redeneert Be Quick. Het bestuur wendt zich daarom tot de directie van de KNVB, in de persoon van Dirk van der Zee en Marianne van Leeuwen.
Want het gevoel dat blijft hangen, is een ‘ernstige vorm van competitievervalsing’, schrijft secretaris Jan Pap namens de club. Hij wijst de bond erop dat de vastspeelregeling is uitgevonden om te voorkomen dat betere spelers lager spelende elftallen helpen in de strijd om bijvoorbeeld promotie of degradatie. Precies wat hier wel is gebeurd, stelt de vereniging.
‘Het heeft emotioneel enorme impact op het rechtvaardigheidsgevoel bij speelsters en staf’, schrijft de club.
Oneerlijk
Dat kan speelster Brink beamen. Ze voelt het enkele weken later nog steeds. „Waar heb ik dit seizoen voor gevoetbald? We hebben hard gewerkt om promotie af te dwingen. Het voelt erg oneerlijk. De bond heeft overal regels voor, behalve hiervoor. We willen geen Calimero zijn, maar ik mis bij de bond empathie.”
De KNVB herhaalt in een reactie tegenover de Stentor het standpunt dat alles volgens de regels is verlopen. „Sparta heeft gehandeld binnen de mogelijkheden en regelgeving”, stelt persvoorlichter Tom Elbersen.
Dat er geen vastspeelregeling is tussen betaald en amateur(vrouwen)voetbal, zoals de bond herhaalt, is hiermee niet in strijd, zegt de woordvoerder. „Be Quick krijgt van ons deze week een uitgebreide reactie.” Op de vraag of het inzetten van betere spelers onsportief is, gaat Elbersen niet in.
Ook Sparta is benaderd voor een reactie, maar de club kiest ervoor niet te reageren.
Bron: De Stentor